2024-11-26
Hoe bijzonder is het eigenlijk dat iemand die uit Iran naar Nederland is gevlucht, contact met mij, Edwin Wagensveld, zoekt om zijn angsten en problemen te bespreken, omdat hij als niet-moslim zich niet gehoord voelt door de asielindustrie? Op 15 november hebben we elkaar in een pannenkoekhuis ontmoet, waar ik bijna 3 uur aandachtig naar Arwin zijn verhaal heb geluisterd. Ik kreeg bevestigd wat ook andere asielzoekers, ex-medewerkers en anderen mij eerder hadden verteld.
Hier is Arwin zijn verhaal:
Een Leven Gemarkeerd door Strijd en Veerkracht: Arwin’s Reis van Iran naar Nederland
Mijn naam is Arwin, en mijn leven is een bewijs van veerkracht in het aangezicht van tegenspoed, een reis van een beperkende opvoeding in Iran naar het zoeken naar vrijheid en veiligheid in Nederland. Mijn verhaal wordt gekenmerkt door een voortdurende strijd voor persoonlijke vrijheid, religieuze scepsis en een reeks uitdagingen die mijn uithoudingsvermogen op de proef hebben gesteld.
Vroeg Leven in Iran: Een Strijd Tegen Religieuze Onderdrukking
Ik werd 1990 geboren in een overwegend islamitisch land waar religieuze naleving geen keuze was, maar een plicht die vanaf de kindertijd werd opgelegd. Ik groeide op onder de constante druk om me aan islamitische normen te houden. Op 17-jarige leeftijd nam mijn leven een donkere wending toen ik onterecht werd vastgehouden door de Islamitische politie. Deze gebeurtenis leidde tot een diepgaande verschuiving in mijn perspectief en duwde me weg van de religie die ik gedwongen had gevolgd.
Vanaf dat moment wijdde ik mij aan het verkennen van wetenschap en filosofie, beïnvloed door denkers zoals Christopher Hitchens, Stephen Hawking en Bertrand Russell. Atheïsme omarmen in een diep religieuze samenleving was niet gemakkelijk, en het vervreemde me van mijn familie en gemeenschap. Ik herinner me het uitdagende moment op school toen ik “In de naam van God” op het bord verving door “In de naam van het Vliegende Spaghetti-monster,” een symbolische afwijzing van de religieuze normen die me verstikten. Deze daad van rebellie duwde me verder naar de rand van de samenleving.
Een Verborgen Liefde en een Hartverscheurende Verlies
Mijn leven in Iran werd nog ingewikkelder toen ik verliefd werd. Vanwege religieuze en maatschappelijke druk moest mijn relatie geheim blijven. Toen mijn partner zwanger werd, dwong het gebrek aan ondersteuning van de conservatieve medische gemeenschap ons om gevaarlijke, ondergrondse oplossingen te zoeken. We wendden ons tot de zwarte markt voor abortuspillen, een wanhopige daad die alleen maar meer pijn en uitdagingen met zich meebracht. Uiteindelijk werden we gedwongen om een tijdelijke islamitische huwelijk aan te gaan om een legale abortus te faciliteren, een gebeurtenis die me diep heeft getraumatiseerd en mijn afwijzing van religieuze autoriteit verder heeft versterkt.
Een Nieuw Begin in Italië en de Roep om Vrijheid
Op zoek naar een frisse start verliet ik Iran voor Italië om hoger onderwijs te volgen. Echter, het leven in Italië was niet vrij van uitdagingen. Ik kreeg te maken met financiële moeilijkheden, en de bureaucratische obstakels om een beurs te verkrijgen lieten me me opgesloten voelen. Ondanks deze strijd vond ik troost in het deelnemen aan anti-regime protesten, waar ik mijn verzet tegen de Islamitische Republiek uitsprak en pleitte voor een seculier en vrij Iran.
Kiezen voor Nederland als Asiel: Een Hoop op Vrijheid
Voelend dat de overwegend christelijke cultuur in Italië me nog steeds niet de vrijheid bood die ik zocht, besloot ik om asiel aan te vragen in Nederland—een land met een significante atheïstische bevolking, volgens statistieken. Mijn beslissing werd versterkt toen Jehovah’s Getuigen me tijdens mijn tijd in Italië benaderden op mijn universiteit en probeerden me te bekeren. Deze ervaring verdiepten alleen maar mijn overtuiging om te leven in een samenleving waar religie niet elke aspect van het openbare leven domineerde.
De Realiteit van het Leven in Nederlandse Vluchtelingenkampen: De Voortdurende Aanwezigheid van de Islam
Echter, de realiteit waarmee ik in Nederlandse vluchtelingenkampen werd geconfronteerd, verbrak mijn verwachtingen van het vinden van een toevluchtsoord van religieuze druk. Ondanks dat ik Iran was ontvlucht, bevond ik me opnieuw omringd door een meerderheid van moslimbewoners, wiens invloed onmiskenbaar was in het dagelijks leven in het kamp. Hier zijn enkele van de uitdagingen waarmee ik werd geconfronteerd:
Halal-Maaltijden en Taalbarrières: Alle maaltijden in het kamp werden als halal geserveerd, en een aanzienlijk aantal COA-medewerkers was moslim. Arabisch werd de dominante taal onder het personeel en de bewoners, waardoor een omgeving ontstond waarin niet-Arabisch sprekenden, zoals ik, zich gemarginaliseerd voelden. Terwijl andere medewerkers verboden werd om talen zoals Farsi te spreken, leek Arabisch voorkeur te krijgen, wat een gevoel van voorkeur versterkte.
Ramadan Accommodaties: Tijdens de Ramadan waren keuken- en wasfaciliteiten 24/7 open, terwijl ze de rest van het jaar strikte sluitingstijden hadden. De inconsistentie in het beleid roept vragen op over de ware motieven achter de beslissingen van het COA, wat wijst op een impliciete voorkeur voor moslimbewoners.
Dubbele Standaarden in Alcohol- en Marihuanabeleid: Het gebruik van marihuana was toegestaan in gemeenschappelijke ruimtes, terwijl het consumeren van alcohol was beperkt tot privé kamers, blijkbaar om moslimbewoners niet te kwetsen. Dit voelde als een directe oplegging van islamitische normen in een zogenaamd seculiere omgeving.
Storing Tijdens Lessen en Islamitische Invloed: In taallessen werd de islamitische oproep tot gebed (adhan) vaak afgespeeld, wat lessen verstoorde en een ongemakkelijke sfeer creëerde voor niet-moslims zoals ik. Mijn pogingen om dit met docenten te bespreken werden met onverschilligheid ontvangen, alsof het accommoderen van religieuze praktijken belangrijker was dan de behoefte aan een neutrale leeromgeving.
Vijandigheid van Moslimkampbewoners: Mijn atheïstische overtuigingen en deelname aan protesten tegen het Iraanse regime maakten me tot een doelwit onder moslimkampbewoners, van wie sommigen me als een vijand beschouwden. De spanning maakte het dagelijks leven vaak stressvol en zelfs gevaarlijk, terwijl ik me een sociaal landschap baande waar mijn overtuigingen als een bedreiging werden gezien.
Gevoel Over de Situatie in Europa en de Systematische Verzameling van Mensen door COA:
Ik maak me grote zorgen over wat er in Europa gebeurt, vooral met betrekking tot de toenemende discriminatie en de systematische verzameling van mensen door organisaties zoals COA. Het is ontmoedigend om te zien hoe deze praktijken individuen zoals ik in situaties duwen waarin we niet alleen gemarginaliseerd worden, maar ook gedwongen worden om voorwaarden te accepteren die we nooit zouden moeten hoeven te ondergaan. Het gebrek aan adequate ondersteuning voor degenen onder ons die onderdrukking zijn ontvlucht, is naar mijn mening een teken van een grotere systematische mislukking. Wat er nu in Europa gebeurt, schaadt niet alleen vluchtelingen, maar bedreigt ook de fundamentele waarden van het continent.
Verplaatsen naar Verschillende Kampen in Plaats van Het Aanspreken van de Schendingen Tegen Mij door Moslims:
Elke keer dat ik naar een ander kamp ben verplaatst, in plaats van het echte probleem aan te pakken—mijn rechten die worden vertrapt door medemoslims in de kampen—is er niets gedaan om het probleem op te lossen. In plaats daarvan werd ik overgeplaatst, alsof mijn veiligheid en waardigheid er niet toe deden, simpelweg om de echte problemen te vermijden. Dit heeft niet alleen extra stress veroorzaakt, maar ook een constante herinnering aan de minachting voor niet-moslimbewoners en de mislukking van het systeem om mensen zoals ik te beschermen.
Het COA stelt mij een moslim als tolk beschikbaar tijdens het gesprek na de aanval op mij door moslims.
Naar aanleiding van een aanval op mij door moslims in het AZC Dronten, organiseerde het COA een urgent gesprek om zogenaamd het probleem aan te pakken. Tot mijn verbazing werd er een moslimvertaler aangesteld om mijn verklaringen van het Perzisch naar het Nederlands te vertalen. Tijdens de sessie introduceerde de vertaler openlijk zijn persoonlijke en religieuze vooroordelen. Hij deed een uitspraak die me diep raakte, namelijk dat “er geen grotere misdaad is dan de profeet van de islam te beledigen.” Ik vond dit ongelooflijk verontrustend, vooral gezien de context van het gesprek dat ik door moslims was aangevallen en bedreigd. De hele sessie werd opgenomen en ik heb een kopie van de opname als bewijs (ook aan Edwin gegeven) van wat er is gebeurd.
Overplaatsing vanuit AZC Veenendaal, te wijten aan doodsbedreigingen tegen mij door moslims.
Bovendien heb ik onlangs van vrienden in het AZC Veenendaal vernomen dat mijn abrupte en onterechte overplaatsing daarvandaan te wijten was aan bedreigingen van enkele moslims die hadden gedreigd mij te doden. De COA heeft deze informatie nooit rechtstreeks bekendgemaakt, en hun ontwijking van de waarheid moedigt alleen maar individuen aan die zich bezighouden met pesten en onwettig gedrag.
Ik was overgeplaatst van het AZC in Dronten naar het AZC in Hardenberg. Helaas werd ik in Hardenberg geplaatst in een kamer met drie Arabische moslims die constant luid spraken en veel overlast veroorzaakten. Ik voelde me volkomen hulpeloos, nadat ik tevergeefs hulp had gezocht bij het COA, mijn advocaat, de VWN en andere bronnen waar ik terecht kon. Hierna heb ik een zelfmoordpoging gedaan door een overdosis slaappillen in te nemen.
Na mijn ontslag uit het ziekenhuis op eigen verzoek, nog steeds in een verwarde toestand, ging ik naar Veenendaal omdat de enige vrienden die ik had daar waren. Die avond kwam ik het kamp binnen en viel in slaap zodra ik arriveerde. Ik kan me niet herinneren of ik een uur of slechts 10 minuten heb geslapen.
Het personeel van het kamp in Veenendaal wekte me en vroeg waarom ik daar was, en twijfelde of ik daar wel hoorde te zijn. Ik legde uit dat ik niet langer in Dronten was. Ze zetten me vervolgens buiten het AZC, en ik kon de nacht buiten slapen.
Toen ik terugkeerde naar Veenendaal om mijn fiets op te halen, werd mij de toegang tot het AZC ontzegd. In reactie daarop nam ik contact op met de politie, waarbij ik mijn veiligheidszorgen noemde en aangaf dat ik vreesde voor mijn leven vanwege de vijandigheid van enkele personen daar. Een COA-medewerker, die toevallig moslim was en een hijab droeg, wees mijn zorgen echter categorisch van de hand en gaf een andere uitleg voor de weigering.
Het is werkelijk verontrustend om te zien hoe systematische vooringenomenheid en een gebrek aan transparantie de vrije en open samenleving die Nederland kent, beïnvloeden. Ik geloof dat deze ervaringen de diepere problemen binnen het vluchtelingensteunsysteem illustreren en de aanzienlijke uitdagingen waarmee degenen van ons die niet de dominante overtuigingen van sommige groepen binnen de kampen delen, worden geconfronteerd.
Vrijwilligerswerk bij Inbeeld en Religieuze Tensions
Tijdens mijn vrijwilligerswerk bij Stichting Inbeeld, kwam ik soortgelijke religieuze spanningen tegen. Tijdens de Ramadan werd ik berispt door de manager voor het drinken van thee en het eten van de lunch. Ik werd gedwongen te vertrekken, hoewel Inbeeld een publiek gefinancierde instelling is die geen religieuze regels zou moeten handhaven. De sfeer van de organisatie was opmerkelijk onwelkom voor degenen die de overheersende religieuze overtuigingen niet deelden, ondanks de steun voor andere minderheidsgroepen zoals LGBTQ+. De autoritaire stijl van de manager en haar negatieve opvattingen over de Nederlandse samenleving roept ethische vragen op over het juiste gebruik van publieke middelen en de verantwoording van dergelijke instellingen.
Ik heb officieel asiel aangevraagd in juni 2023. Vanwege een periode van zes maanden gerelateerd aan het Dublin-proces—die niet meetelt als onderdeel van de asieltijdlijn—ontving ik uiteindelijk mijn BSN in april 2024.
Voor asielzoekers om legaal te kunnen werken in Nederland is een TVW (Tijdelijk Werkvergunning) vereist. Echter, veel werkgevers zijn niet bereid om het noodzakelijke proces door te lopen, wat het extreem uitdagend maakt om legaal werk te vinden. Deze situatie heeft veel asielzoekers gedwongen tot illegaal, “zwart” werk, wat zowel schadelijk is voor de werknemers als voor de Nederlandse economie. Bovendien vormt de aanwezigheid van drugdealers en distributeurs—die in bijna elk asielkamp prevalent zijn—een aanzienlijke bedreiging voor de bredere gemeenschap.
Na een uitgebreide zoektocht had ik het geluk een baan te krijgen in een recreatiefaciliteit in de horeca. Ondanks mijn achtergrond in ICT en acht jaar relevante ervaring in mijn thuisland is de onzekerheid over mijn verblijfsstatus een obstakel geweest. Meerdere werkgevers die mij geschikt achtten voor functies in mijn vakgebied, besloten uiteindelijk dat ik moest wachten tot mijn verblijfsstatus was bevestigd.
Mijn uurloon in de recreatiefaciliteit was €13,39. Volgens de COA-regels, als een asielzoeker €720 of meer per maand verdient, zijn ze verplicht €536,79 aan het COA te betalen. Hetzelfde bedrag van €536,79 geldt zelfs als het maandinkomen €2000 is. Als de maandinkomsten onder de €720 liggen, wordt het te betalen bedrag bepaald door een formule die alleen bekend is bij het COA.
Deze financiële verplichting wordt vaak als oneerlijk gezien, gezien de omstandigheden in de asielkampen en de beperkte middelen die door het COA worden aangeboden. Het heeft helaas sommige asielzoekers naar illegaal werk gedreven om deze inhoudingen te vermijden.
Ik heb ongeveer drie maanden in de recreatiefaciliteit gewerkt. Toen ik het UVW-kantoor bezocht om een vraag over mijn werkgeschiktheid te stellen, ontdekte ik dat ze geen gegevens van mijn werk hadden, ondanks dat ik een ondertekend contract had en het COA op de hoogte was van mijn werk tijdens die periode. Ik heb zelfs een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) aangevraagd, die duidelijk aangeeft dat mijn werk legaal was.
Ik moet ook vermelden dat sommige asielzoekers die legaal kunnen werken, terughoudendheid hebben getoond vanwege de belastingen en de betalingen die door het COA worden geëist. In feite hebben sommigen helemaal geen interesse in werken.
Waarom Ik Bang Ben om Terug te Keren naar Iran
Terugkeren naar Iran is geen optie voor mij. Mijn deelname aan anti-regime protesten en mijn open verklaring van atheïsme stellen me in gevaar. Bovendien werd mijn Instagram-account geblokkeerd door de Iraanse cyberpolitie, wat de controle van het regime benadrukt. Daarnaast vrees ik voor vergelding van de familie van mijn vrouw, die me als een bedreiging kan zien vanwege mijn gebrek aan religieuze overtuiging. Ik ben er zeker van dat ze me aan de Iraanse autoriteiten zouden overdragen, wat zou leiden tot vervolging, opsluiting of erger.
Zoeken naar Gerechtigheid en Ware Vrijheid
Ondanks al deze uitdagingen blijf ik vastbesloten om een leven op te bouwen gebaseerd op vrijheid, persoonlijke integriteit en seculiere waarden. Mijn ervaringen in Nederland hebben me laten zien dat de strijd voor ware gelijkheid en secularisme niet beperkt is tot één natie of regio—het is een wereldwijde inspanning. Mijn hoop is dat ik door mijn verhaal te delen, bewustzijn kan creëren over de vooroordelen die nog steeds bestaan, zelfs in westerse samenlevingen, en pleiten voor een eerlijker, inclusiever milieu voor iedereen, ongeacht hun overtuigingen.
Mijn verhaal gaat niet alleen over het ontsnappen aan religieuze onderdrukking—het gaat over de voortdurende strijd voor een leven waarin iemands persoonlijke vrijheden worden gerespecteerd en gewaardeerd. Ik hoop dat ik door mijn verhaal te vertellen, een stem kan zijn voor degenen die, net als ik, discriminatie hebben ervaren en blijven zoeken naar een plek waar ze echt vrij kunnen zijn.
Het verhaal dat Arwin hier en aan mij, Edwin Wagensveld, heeft verteld, laat de invloed van de islam zien op non-moslims die in de door de overheid betaalde opvangcentra verblijven. Dat mensen die vanwege islamitische onderdrukking hun land hebben verlaten, hier ook weer direct met de intolerantie van de islam te maken krijgen, is in mijn ogen een schande en zou consequenties moeten hebben. Als we toegeven aan de eisen en intolerantie van islamitische asielzoekers tijdens de opvang, moeten we niet verbaasd zijn dat deze mensen, na het verlaten van het AZC, ook in onze samenleving anderen hun islamitische levenswijze willen opleggen.
Edwin - 13:38:19 | Een opmerking toevoegen